Een brug van licht:

Wetenschap

Roeland Van Wijk, Yu Yan, Jan van der Greef en Eduard Van Wijk

Samenvatting

De kloof tussen de westerse en traditionele Chinese geneeskunde hangt nauw samen met de diversiteit in cultuur, filosofie en wetenschappelijke ontwikkelingen. Hoewel talrijke onderzoeken de werkzaamheid van acupunctuur hebben geëvalueerd, is de kloof tussen de verklarende ziektemodellen tot nu toe niet overbrugd. Ontwikkelingen in het onderzoek naar ultrazwakke fotonenemissie, de georganiseerde dynamiek van het metabolisme en de technologische vooruitgang hebben de voorwaarden geschapen om de basisprincipes van de geneeskunde van het Westen en het Oosten samen te brengen en een weg te openen voor een wetenschappelijke dialoog. Dit artikel bespreekt (1) de ultrazwakte fotonenemissie in relatie tot Qi-energie, meridianen en acupunctuurpunten in de Chinese geneeskunde, (2) de biochemische verklaring van fotonenemissie van levende systemen in de Westerse biomedische geneeskunde en (3) de voortgang in onderzoek naar de grootschalige organisatie en dynamiek van het metabolische netwerk, inclusief het fotonenmetabolisme.

Summary

Keywords: Systeem biologie; Ultrazwakte fotonenemissie; Chinese geneeskunde; Metabolische netwerk; Reactive oxygen species (ROS); Mitochondriaal netwerk

Introductie

Het doel van dit artikel is een stimulatie van de dialoog tussen de traditionele Chinese geneeskunde en de westerse geneeskunde door middel van het bespreken van recente ontwikkelingen op het gebied van ultrazwakke fotonenemissie en te beargumenteren dat dit wetenschapsgebied een perspectief biedt om de uiteenlopende wetenschappelijke verklaringsmodellen die aan deze twee geneesmiddelen ten grondslag liggen te overbruggen. In westerse landen dient Chinese geneeskunde als een optionele aanvulling op de westerse geneeskunde, gedreven door de voorkeur van de patiënt.

Chinese geneeskunde, zoals acupunctuur, wordt gezien als een zachtere, ‘low-tech’ en niet-chemische aanvulling om de kwaliteit van leven te verbeteren, met name op het gebied van chronische, niet-overdraagbare ziekten en veroudering. Dit wordt officieel erkend in de ‘WHO Traditional Medicine Strategy (2014-2023)’. [1]

Veel klinische onderzoek heeft de werkzaamheid van acupunctuur geëvalueerd. Daarnaast zijn er talloze onderzoeksrapporten gepubliceerd over de mogelijke achterliggende, fysiologische, mechanismen. Echter, de kloof tussen verklarende en diagnostische modellen is tot nu toe nog niet overbrugd.

De Westerse geneeskunde schrijft in het algemeen een behandeling voor specifieke ziekten voor, op basis van typische waargenomen fysiologische en moleculaire oorzaken van metabole ontsporingen. De Chinese geneeskunde richt zich, daarentegen, op symptomen als gevolg van verstoringen in de dynamische energiebalans van het lichaam. In de Chinese geneeskunde gaat men ervan uit dat de meridianen ‘kanalen’ vertegenwoordigen waardoor ‘meridiaan qi’ stroomt. Het meten van de verdeling van Qi-energie en de onderbreking in deze stroom biedt volgens de Chinese diagnostiek belangrijke informatie. [2,3] Het ‘needlen’ van acupunctuurpunten wordt gebruikt om toegang te krijgen tot de onderbroken stroom en op die manier het zieke lichaam te helpen zijn dynamische homeostase te herstellen.

Ondanks alle inspanningen om de anatomie en fysiologie van de acupunctuurpunten en meridianen te begrijpen en in kaart te brengen is de karakterisering van deze structuren tot op heden ongrijpbaar gebleven in een westers biomedisch model.

Maar hoe zeker kunnen we zijn over de perfectie van het westerse wetenschappelijke model? In het bijzonder met betrekking tot het afwezig zijn van een kritische beoordeling ten aanzien van het vermogen dat een levend wezen heeft om energie te sturen om zichzelf in stand te houden en te herstellen.

Het afwezig zijn van deze kritische beoordeling wordt beschouwd als overblijfsel van degene die de ‘ouderwetse’ westerse analytische benadering toepassen door het levende lichaam in zijn samenstellende delen te ontleden, gebaseerd op de overtuiging dat gehelen niet meer zijn dan de additieve sommen van hun delen. Deze houding heeft sterk bijgedragen aan een polarisatie tussen ‘traditionalisten’ en ‘biomedicalisten’.

Echter, zowel goedgelovige acceptatie als ongeïnformeerde afwijzing van de Chinese geneeskunde traditie zijn onjuiste standpunten. Alleen door het uitvoeren van rationeel onderzoek naar de fundamentele ideeën van de Chinese geneeskunde kan er aanspraak worden gemaakt op geldigheid in de toekomstige praktijk van de geneeskunde wereldwijd.

Het huidige artikel gaat hierop in en is met name gericht op het onderzoek dat binnen de Chinese geneeskunde is gedaan met behulp van biofysische (in het bijzonder biofotonica) en biochemische methoden. Het artikel bespreekt eerst de ultrazwakte fotonenemissie (UPE) van mensen in relatie tot Qi-energie, meridianen en acupunctuurpunten.

In de jaren 1950 kwamen fotomultiplicatoren wereldwijd beschikbaar. In de jaren 1970 hadden technische verbeteringen aan de gevoeligheid van deze fotobuizen een dusdanige verbetering bereikt dat ze het ultrazwakke licht in het zichtbare bereik van het elektromagnetische spectrum konden registreren van levende organismen.

Onderzoekers in China waren de eerste die een mogelijke relatie bestudeerden tussen het ultrazwakke licht gemeten aan acupunctuurpunten en de Qi (energie) balans zoals vastgesteld binnen de diagnostiek van de Chinese geneeskunde.

Vervolgens gaat het artikel gaat verder met een samenvatting van westerse biochemiestudies over de biochemische oorsprong van de ultrazwakke fotonen emissie, de relatie met reactieve zuurstofsoorten (ROS) en de relatie tussen ultrazwakke fotonen emissie en stress, chronische ziekten en veroudering.

Ten slotte bespreekt het artikel de vooruitgang in het onderzoek naar de grootschalige organisatie en dynamiek van het metabolische netwerk dat nieuwe energie-eigenschappen laat zien die de kloof tussen Chinese en westerse geneeskunde kunnen overbruggen.

We eindigen met het beschrijven van een toekomstige weg waarin beide geneeskunsten kunnen samenwerken in de richting van een gemeenschappelijk verklarend model.

Ultrazwakke fotonenemissie in relatie tot Qi-energie in de Chinese geneeskunde.

De Chinese geneeskunde omvat zowel acupunctuur als kruidenmiddelen.

Acupunctuur is gebaseerd op de meridiaan-theorie, die een systeem van kanalen omvat waardoor energie, of Qi, stroomt.

Volgens de theorie van de Chinese geneeskunde hangt gezondheid af van het dynamische evenwicht tussen de interne fysiologische toestand van het organisme en de omgeving.

De Chinese geneeskunde omvat zowel yin-yang als de vijf-elemententheorie, Wu Xing genoemd.

Yin-yang zijn onderling tegengestelde krachten, zoals warm en koud, licht en donker, die normaal in evenwicht (in homeostase) met elkaar zijn. Ziekte treedt op wanneer er een overmaat of een tekort aan yin of yang is.

De Chinese geneeskunde gaat ervan uit dat ons universum bestaat uit de vijf elementen: hout, vuur, aarde, metaal en water. De verschillende elementen helpen de interactie tussen ons lichaam en de omringende omgeving tot uitdrukking te brengen.

Naast het concept van yin en yang is Qi cruciaal voor de Chinese geneeskunde. Traditioneel wordt verondersteld dat acupunctuurmeridianen ‘kanalen’ vertegenwoordigen waardoor ‘meridiaan qi’ stroomt. [2,3] Qi vertegenwoordigt het idee dat het lichaam wordt beïnvloed door subtiele materiële en dynamische invloeden die fysiologische functies initiëren en verantwoordelijk zijn voor het in standhouden van de gezondheid en vitaliteit van een individu.

Qi wordt vaak als synoniem gebruikt voor de term ‘levensenergie’, maar dit is geen allesomvattende term en zegt weinig over de materiële eigenschappen van Qi. Energie wordt gedefinieerd als het vermogen van een systeem om te werken terwijl het concept van Qi veel meer omvat. Er zijn veel verschillende soorten Qi in het lichaam. Over het algemeen zijn de kenmerken die elk type Qi kenmerken afgeleid van de bron, locatie en functie.

Wanneer de stroom van Qi onbelemmerd is, verkeert het lichaam in een gezonde toestand en is de stroom afhankelijk van een dynamisch evenwicht tussen iemands interne fysiologische toestand en de omringende omgeving (bijvoorbeeld seizoen), waarbij leeftijd en geslacht belangrijke componenten zijn.

Bij ziekte (zoals gedefinieerd door de Chinese geneeskunde) is er sprake van een disbalans van Qi in het lichaam. De symptomen weerspiegelen de anatomische locatie van de verstoring of blokkade van Qi.

Als therapeutisch hulpmiddel wordt acupunctuur gebruikt voor de regulatie van Qi door middel van het geven van een specifieke stimulus op lichaamspunten die langs meridianen liggen met als doel de ​​blokkade te verwijderen.

Yan Zhiqiang en collega’s van het Shandong College of Traditional Chinese Medicine, evenals Zheng Rongrong en collega’s van het Shanghai Institute of Traditional Chinese Medicine waren de eersten die studies beschreven van het meten van ultrazwakke fotonen emissie aan acupunctuurpunten op de meridiaan-uiteinden, bij voorkeur de vingertoppen en tenen. Hiervoor werd gebruik gemaakt van fotomultiplicatorbuizen (met een opening van ongeveer één centimeter) die in een donkere kamer in de onmiddellijke nabijheid van het betreffende acupunctuurpunt werden geplaatst.

Deze zowel beschrijvende als vergelijkende studies omvatten groepsgroottes die variëren tussen tien tot honderd personen, gecontroleerd op geslacht en leeftijd. Meer dan dertig studies werden gepubliceerd tussen 1979 en 1998, meestal in Chinese wetenschappelijke tijdschriften. Deze studies zijn onlangs geëvalueerd door het Sino-Dutch Centre for Preventive and Personalized Medicine van de Universiteit Leiden. [4]

Samengevat lieten de resultaten van deze studies zien dat 1) de totale vingertopemissies van mannen en vrouwen in verschillende leeftijdsgroepen niet statistisch verschillend waren tot de leeftijd van 30 jaar. Na het dertigste levensjaar werd er een stijging in de ultrazwakke licht emissie waargenomen waarbij de emissie van oudere mannen meer toeneemt dan de licht emissie van oudere vrouwen in dezelfde leeftijdscategorie. 2) Er werd ook een seizoenspatroon in lichtemissie waargenomen: de emissie in de zomer was aanzienlijk hoger dan in de winter. 3) Bij gezonde proefpersonen lieten de overeenkomstige rechter- en linker vingertoppen een symmetrisch emissie patroon zien. [5,6] Daarentegen vertoonden ongezonde proefpersonen – patiënten – vaak een gebroken links-rechts symmetrie en verhoogde intensiteit in emissie. [7,8] De a-symmetrie en verhoogde intensiteit in emissie werd niet alleen waargenomen in het geval van Chinese syndromen maar ook voor typische ‘westerse’ ziekten, waaronder hypertensie, gezichtsverlamming, constipatie en kanker. [7-10] 4) Ook werd onderzocht wat het effect was van een acupunctuurbehandeling op ultrazwakke licht-emissie in patiënten en, onafhankelijk van het type pathologie, vergeleken met controlepersonen. Het resultaat toonde aan dat vóór de behandeling de totale patiëntengroep (N = 279) een verhoging van 70% in ultrazwakke lichtemissie had ten opzichte van de controlegroep (N = 315). Na behandeling met acupunctuur was de emissie van de patiëntengroep verlaagd tot 11% hoger dan de controlegroep. [11,12]

De fotonenemissie van de verschillende vingerpunten werd recent bevestigd met behulp van ultrazwakte fotonenemissiebeeldtechnieken. [13,14] Deze beelden toonden aan dat de intensiteit van de emissies afnam van de vingertoppen langs de vingers naar het centrale gebied van de hand met een hoge mate van links-rechts symmetrie. [15]

Door middel van herhaalde metingen werd de dynamiek van dit patroon bestudeerd: het patroon stabiel blijft maar de intensiteit in ultrazwakke lichtemissie kan veranderen.

De afbeeldingen toonden ook aan dat de gedetailleerde heterogeniteit van de handemissie (zoals getoond door de vingertoppen) werd weerspiegeld in de ‘gemiddelde’ intensiteiten van de dorsale en palmzijden van de handen. Deze laatste procedure werd gebruikt voor de evaluatie van de intensiteit en links-rechts symmetrie van fotonenemissie bij zowel patiënten als gezonde proefpersonen. [16-22]

Ook in deze recente studies is laten zien dat de dynamiek in fotonenemissie gemeten van de handen gerelateerd is aan dag- en jaarritmes. [16-19]

Uit andere studies bleek de links-rechts symmetrie gemeten van handen van zieke proefpersonen te zijn verbroken [17,18,21,22] en weer hersteld na acupunctuurbehandeling. [21,22]

De invloed van leeftijd en geslacht op emissie gemeten aan de dorsale en palmzijde van de handen toonde een toename tijdens veroudering. De emissie van oudere mannen nam meer toe dan de die van oudere vrouwen van dezelfde leeftijd. [23]

De belangrijkste resultaten van deze studies zijn dat de emissie van fotonen toeneemt met de leeftijd en met de ziekte. Het is afhankelijk van het geslacht en het wordt verminderd door acupunctuur.

Westerse wetenschappelijke perspectief op ultrazwakte fotonenemissie

Westers wetenschappelijk onderzoek naar ultrazwakke fotonenemissie van levende organismen kent een lange geschiedenis. Het start kort na de introductie van de fotomultiplicatorbuis voor industriële doeleinden. [24] In de jaren zestig bestuderen Russische wetenschappers de ultrazwakke fotonenemissie van allerlei soorten biologische organismen en weefsels. Ook werd de ultrazwakke fotonenemissie bestudeerd in relatie tot fysiologie en biochemie. Dit toonde aan dat fotonenemissie afhankelijk is van de aanwezigheid van zuurstof. [25,26]

In de jaren zeventig begonnen onderzoekcentra wereldwijd onderzoek naar het gebruik van ultrazwakke fotonenemissie als een gevoelige test voor oxidatieve radicaalreacties.

Rond 1980 werd geconcludeerd dat alle organismen fotonen uitzenden en dat de intensiteit gerelateerd is aan stress en afgeleid van zuurstofradicalen.

Ultrazwakke fotonenemissie bestrijkt een breed deel van het elektromagnetische spectrum wat gaat van UV, VIS naar het bijna infrarode deel van het spectrum als gevolg van biochemische reacties in biologische systemen. [27-29]

In cellen zijn mitochondria de belangrijkste bron van fotonenemissie. De emissie is geassocieerd met de ademhalingsketen en het resultaat van onvolledige reductie van zuurstof met als gevolg vorming van reactieve zuurstofradicalen (ROS).

Fotonen worden uitgezonden door ROS-soorten en verwante peroxidaties van mitochondriale membraanlipiden die resulteren in specifieke spectrale banden, zoals 780 nm, 703 nm, 634 nm, maar ook tot fotonen in het bereik van 350-500 nm en zelfs in het bereik van 230-300 nm. De brede spectrale banden in mitochondriën worden veroorzaakt wanneer mitochondriale eiwitten en DNA worden geëxciteerd door UV-fotonen van 230-300 nm, wat resulteert in fluorescentie met emissies in de langere regio’s. [30,31]

De relatie tussen ultrazwakke fotonen emissie, stress en ziekte via ROS was een andere belangrijke bijdrage van de Westerse wetenschap. [32,33] Wanneer het metabolisme wordt verstoord, worden buitensporige hoeveelheden ROS gevormd die niet alleen ultrazwakke fotonen emissie verhogen maar ook schade aan lipiden, nucleïnezuren en eiwitten veroorzaken, en zelfs tot verlies van mitochondriale en cellulaire functies, uiteindelijk leidend tot celdood. [34]

Op basis van al deze fundamentele gegevens is de haalbaarheid van het opnemen van ultrazwakke fotonen emissie als hulpmiddel voor het meten van veranderingen in de menselijke gezondheid beoordeeld. [35,36]

In de jaren negentig werd het mitochondriaal DNA (mtDNA) in verband gebracht met ziekte. [37-40] Terwijl de meeste menselijke cellen twee kopieën van nucleair DNA bevatten, bevatten deze cellen veel meer kopieën van mtDNA (van 1000 tot 100.000, afhankelijk van het celtype). Ze zijn allemaal identiek in een gezond individu bij de geboorte.

Patiënten met pathogene mtDNA-defecten hebben daarentegen vaak een mengsel van gemuteerd en wildtype mtDNA.41 Omdat de mitochondria de belangrijkste producenten van reactieve zuurstofsoorten (ROS) zijn en omdat mtDNA niet wordt beschermd door chromosomale eiwitten zoals het nucleaire DNA is het mtDNA zeer kwetsbaar voor schade door ROS.

Een andere eigenschap van mitochondriën is dat ze actief zijn in het celcytoplasma. Visualisatie van levende cellen onder de microscoop laat zien dat mitochondriën dynamische netwerken vormen waarvan de structuur wordt gevormd door de tegenovergestelde processen van mitochondriale splijting en fusie die binnen enkele seconden tot minuten leidt tot vormveranderingen en moleculaire uitwisselingen. [42]

Verschillende cellulaire omgevingsstimuli, zoals een voedingsstress of andere stress stimulus, verandert de vorm van het mitochondriale netwerk ingrijpend. [43,44]

Onderzoek heeft aangetoond dat de mitochondriale morfologie nauw verbonden is met het vermogen van mitochondriën om energie te produceren. [45]

De korte overgangen tussen verbonden (fusie) en gescheiden (splijting) van mitochondriën maken de reorganisatie van mitochondriale componenten mogelijk en daarmee de verwijdering van beschadigd materiaal. Hierdoor blijft een gezonde mitochondriale populatie gehandhaafd.

De levenscycli van mitochondriën worden in gevaar gebracht wanneer mitochondriale fusie of splijting is uitgeschakeld.

De mitochondriale dynamiek is ook afhankelijk van interacties met het cellulaire cytoskelet – zowel microtubuli als actinefilamenten. Recente onderzoeken laten zien dat deze interacties ook de balans van mitochondriale splijting/fusie reguleren, evenals de vervanging van mitochondriën. [46-48]

De meest recente doorbraken in mitochondriaal onderzoek naar ROS en de bijbehorende ultrazwakke fotonenemissie is de ontwikkeling van nieuwe mitochondriale fluorescente indicatoren om ROS te onderzoeken. In plaats van de spontane inefficiënte vorming van fotonen uit ROS gebruiken deze fluorescente stoffen efficiënt de ROS-energie (in het bijzonder superoxide) om een ​​specifiek fluorescentiesignaal te produceren. Dergelijk hulpmiddelen/ indicator in intacte cellen en levende dieren hebben geleid tot de observatie van ‘mitochondriale flitsen’ binnen individuele mitochondriën. [49,50] Het universele bestaan van ‘flitsachtige’ gebeurtenissen ​​in planten tot zoogdieren, gedetecteerd door mitochondriale ROS-indicatoren, is een grote doorbraak. Verschillende fluorescentie indicatoren voor meerdere processen (bijvoorbeeld Superoxide, pH en membraanpotentiaal) kunnen flitsactiviteiten detecteren die samengaan met meerdere tijdelijke, gelijktijdige veranderingen binnen het mitochondrion.

Deze ‘flash-achtige’ gebeurtenissen suggereren dat veel mitochondriale processen en functies geïntegreerd of onderling verbonden zijn, en veranderingen in een component direct of indirect van invloed zijn op andere. [51,52]

Vergelijkbaar met de aanzienlijk verhoogde flitsfrequentie onder pathologische omstandigheden zoals eerder beschreven, is het ‘ROS-geïnduceerde ROS-release’-model. Dit model is ontwikkeld op basis van de bevindingen dat een door laser geïnduceerde lokale ROS-productie de mitochondriale activiteit activeert om ROS vrij te geven. [53,54] Doordat gesynchroniseerde flitsactiviteit wordt waargenomen in een groep met elkaar verbonden mitochondriën, kunnen individuele mitochondriale flitsen en ROS-oscillaties van hele cellen worden gekoppeld en de dynamische ROS-regeling (en geïntegreerde mitochondriale functies) weerspiegelen onder respectievelijk fysiologische of pathologische omstandigheden. [55,56]

De mitochondriale dynamiek maakt deel uit van een groter onderzoeksveld van pulserende en oscillerende cellulaire processen. Dit onderzoek begon in de jaren 1970, toen de glycolytische paden van gistcellen het bestaan ​​van metabolische oscillaties met een vrij constante frequentie (een periode van 19.6 seconde) aantoonden. Eind jaren negentig werd vergelijkbaar onderzoek naar cellulaire en subcellulaire oscillaties van superoxide-productie uitgevoerd in leukocyten. [57,58]

De dynamiek in het metabolisme wordt zelfs uitgebreid tot pulseren in genetische circuits. Deze nieuwe inzichten zijn voortgekomen uit kwantitatieve time-lapse-videomicroscopie en fluorescerende reportergenen, waardoor onderzoekers het dynamische gedrag van specifieke eiwitten in de tijd in individuele levende cellen nauwkeurig kunnen volgen. Een terugkerend thema in deze onderzoeken is dat veel regulatoire sleuteltranscriptiefactoren voortdurende, herhalende activatiepulsen ondergaan, zelfs wanneer cellen in constante omstandigheden worden gehouden. [59,60]

De belangrijkste conclusie van de onderzoeken in deze paragraaf is dat het metabolisme van cellen wordt gereguleerd door de pulsaties van metabolische netwerken, inclusief het fotonmetabolisme. Hoewel intercellulaire synchronisatie al is vastgesteld, is de volgende uitdaging in dit onderzoek de schaal van deze intercellulaire organisatie in het lichaam en zijn orgaansystemen.

Ultrazwakke fotonenemissie in systeembiologie

De opkomst van de systeembiologie heeft gezorgd voor meer aandacht en begrip voor de organisatie van metabolisme in gezondheid en ziekte. Een belangrijk kenmerk van ‘systeemdenken’, is de focus op relaties in plaats van individuele variabelen. Het “systeemdenken’ met betrekking tot het metabolisme richt zich niet meer op het niveau van individuele metabolieten maar op hun relatieve hoeveelheden, verhoudingen en patronen die kunnen worden gedetecteerd in de duizenden metabolieten. Het ultrazwakke fotonen signaal toont verschillende aspecten van deze systeem-organisatie aan en is ook onderzocht tijdens veranderingen in deze organisatie. [61,62,63,64]

We hopen door deze discussie te illustreren dat er naar onze mening een manier is om de geneeskunde van het Oosten en het Westen samen te brengen via het zich momenteel ontwikkelende biochemische (dynamisch verbonden metabolische netwerk) en biofysische (subtielere mitochondriale fotonenergie) perspectief.

Het overbruggen van de medische disciplines

De theoretische basis voor integratieve geneeskundepraktijken is grotendeels afgeleid van de traditionele oosterse filosofie, waarbij biologische processen niet worden beschreven in moleculaire termen maar in termen van ‘vitale energie’, ‘bioveld’ en de stroom van ‘Qi’ tussen orgaansystemen. In dit kader wordt verondersteld dat een ‘dissonantie’ in energetische toestanden ten grondslag ligt aan pathofysiologische toestanden of ziekten. Het onderzoek naar de vraag of aandoeningen zoals ‘overtollige warmte’ of ‘deficiënte long Qi’ zoals beschreven in de traditionele Chinese geneeskunde, meetbare bio-energetische correlaten hebben, is begonnen met het evalueren van de moleculaire en ultrazwakke fotonen eigenschappen van ‘energetisch’ gedefinieerde ziektetoestanden. Dit soort systematische vergelijkingen kunnen de dialoog bevorderen tussen onderzoekers en artsen met het gemeenschappelijke belang om het nut van integratieve geneesmiddeltherapieën te beoordelen.

Onderzoek met behulp van de niet-invasieve ultrazwakke fotonentechnologie heeft argumentatie geleverd voor het bestaan ​​van alomtegenwoordige fotonenergie die mogelijk verband houdt met Qi-energie in de Chinese geneeskunde. Deze technologische vooruitgang op het gebied van de mitochondriale disfuncties zou de integratie tussen westerse anatomische/moleculaire en oosterse bio-energetische-perspectieven kunnen vergemakkelijken.

Sino-Dutch Centre for Preventive and Personalized Medicine, Tiel, The Netherlands.

Meluna Research, Geldermalsen, The Netherlands.

Corresponding author:

Roeland Van Wijk. Sino-Dutch Centre for Preventive and Personalized Medicine, Tiel, The Netherlands; Meluna Research, Geldermalsen, The Netherlands.

Email: roeland_van_wijk@meluna.nl

Referenties

Zelf-Herstel van Burn-Out

Het programma Zelf-Herstel van Burn-Out gaat uit van het natuurlijke vermogen om zelf te herstellen en het vermogen om (weer) de eigen regie te nemen over het leven, uiteraard zover dat mogelijk is.

ZHBO is uniek en onderscheidt zich van andere programma’s door de intensiteit, diepgang en structurele verankering van het herstel, waarbij alle aspecten van gezondheid integraal aan bod komen, lichamelijk, emotioneel, psychisch, en spiritueel.

Relevante artikelen:

Hoe voorkom je burn-outs?

Hoe voorkom je burn-outs?

Mensen met stressklachten, al dan niet met een burn-out, hebben structureel te veel tijd en energie uitgegeven. Als je langdurig meer energie uitgeeft dan je hebt, brand je letterlijk op

Zelf-herstel van burn-out

Zelf-herstel van burn-out

Burn-out, wie heeft er geen last van tegenwoordig? Ruim een op de zes Nederlanders en Belgen heeft een burn-out of is op weg daarnaartoe. Bij jongeren is dat zelfs een op de vijf.

Adviezen van artsen

Adviezen van artsen

Ik denk dat het allerbelangrijkste is dat je naar jezelf luistert. En daarvoor moet je eerst even gaan stilstaan om te luisteren. Eigenlijk is elk mens heel wijs. Alleen zijn we vergeten om naar onszelf te luisteren

Share This
×

Meer informatie?
Wil je meer weten over hoe ZHBO kan helpen om langdurige uitval te voorkomen?
Bel, mail of App ons en wij gaan dan graag met jou in gesprek.

×